ECLI:NL:CRVB:2007:BB0223
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Korting op WAO-uitkering en terugwerkende kracht van de verlaging
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de rechtbank het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond heeft verklaard. Het Uwv had op 17 juni 2003 besloten om de WAO-uitkering van appellante te verlagen met terugwerkende kracht, wat leidde tot een terugvordering van uitkeringen die appellante had ontvangen. Appellante betwistte de terugwerkende kracht van de korting en de hoogte van het teruggevorderde bedrag, en stelde dat zij niet tijdig was geïnformeerd over de gevolgen van haar bijverdiensten voor haar uitkering.
De Centrale Raad van Beroep overweegt dat de terugvordering in dit geding niet aan de orde is, omdat het bestreden besluit daarover geen beslissing bevat. De Raad stelt vast dat het primaire besluit enkel betrekking heeft op de toepassing van artikel 44, eerste lid, van de WAO, en dat de rechtbank de zaak niet juist heeft beoordeeld. De Raad benadrukt dat het beginsel van rechtszekerheid vereist dat de toepassing van artikel 44, eerste lid, van de WAO niet met terugwerkende kracht kan plaatsvinden, tenzij de betrokkene wist of redelijkerwijs kon weten dat haar inkomsten invloed hadden op haar uitkering. Appellante heeft in hoger beroep erkend dat zij op de hoogte was van deze invloed.
De Raad wijst de stelling van appellante dat het Uwv haar niet tijdig heeft geïnformeerd van de hand, en concludeert dat er geen ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan dat haar inkomsten geen gevolgen zouden hebben voor haar uitkering. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover deze betrekking heeft op de toepassing van artikel 44, eerste lid, van de WAO, maar vernietigt deze voor het overige. De Raad verklaart het beroep van appellante, voor zover het de toepassing van artikel 44, tweede lid, van de WAO betreft, niet-ontvankelijk. Tevens wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante.