ECLI:NL:CRVB:2007:BB0213
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van nieuwe bekwaamheden bij arbeidsongeschiktheid in kader WAJONG
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (appellant) tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen van 8 april 2005. De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het besluit van 28 april 2004 van het Uwv vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de functie van betrokkene, bijstandsmaatschappelijk werker/consulent, inhoudelijk was gewijzigd, wat leidde tot een substantiële verzwaring van het functieniveau en de functie-eisen. Betrokkene diende te beschikken over nieuwe bekwaamheden die meegewogen moesten worden bij de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid.
Appellant voerde aan dat de rechtbank ten onrechte de nadruk legde op de nieuwe bekwaamheden die door opleiding waren verworven, in plaats van op de praktijkervaring. Betrokkene was het eens met de uitspraak van de rechtbank en stelde dat zijn functie op HBO-niveau hem nieuwe bekwaamheden had gegeven. De Raad overwoog dat betrokkene in 1997 als bijstandsmaatschappelijk werker was begonnen en dat de functie in de loop der jaren was geëvolueerd, maar dat de inhoud en verantwoordelijkheden gelijk waren gebleven. De Raad concludeerde dat er geen bewijs was dat betrokkene over nieuwe bekwaamheden beschikte, en dat het feit dat hij een functie op een hoger niveau uitoefende niet voldoende was om te concluderen dat hij nieuwe bekwaamheden had verworven.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het hoger beroep slaagde, vernietigde de aangevallen uitspraak en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 20 juli 2007, met de betrokken rechters en de griffier aanwezig.