ECLI:NL:CRVB:2007:BB0053
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.S.E. Wulffraat-Van Dijk
- M.C. Bruning
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Onzorgvuldig medisch onderzoek bij WAO-schatting leidt tot vernietiging besluit Uwv
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, waarin het beroep ongegrond werd verklaard. Appellant ontving sinds 16 januari 2001 een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en had zich per 17 februari 2003 toegenomen arbeidsongeschikt gemeld. Hij stelde dat hij door bijwerkingen van het medicijn diclofenac niet meer in staat was om zijn werk te verrichten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft na dossieronderzoek de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant vastgesteld op 55 tot 65%, zonder dat hij door een verzekeringsarts was onderzocht. Appellant was het hier niet mee eens en stelde dat het besluit onzorgvuldig was voorbereid, omdat er geen medisch onderzoek had plaatsgevonden.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid een volledige medische en arbeidskundige toets vereist. In dit geval was de medische toets enkel gebaseerd op dossieronderzoek, wat niet voldeed aan de vereisten. De Raad concludeerde dat het Uwv had moeten onderzoeken of appellant daadwerkelijk toegenomen klachten had, vooral gezien het voorschrijven van diclofenac door de huisarts. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit gegrond. Het Uwv werd opgedragen om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, rekening houdend met de uitspraak van de Raad. Tevens werd bepaald dat het Uwv het griffierecht van € 140,- aan appellant moest vergoeden.