ECLI:NL:CRVB:2007:BA9578
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- R.C. Stam
- J.P.M. Zeijen
- O.C. Boute
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit WAZ-uitkering en vaststelling arbeidsongeschiktheidsdag
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 11 februari 2005, waarin het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had op 19 april 2004 het bezwaar van appellant tegen een eerder besluit van 23 mei 2003 ongegrond verklaard, waarbij appellant een WAZ-uitkering was toegekend, maar deze was gebaseerd op een op nihil gestelde grondslag. De rechtbank oordeelde dat de eerste arbeidsongeschiktheidsdag correct was vastgesteld op 1 januari 2000 en dat de grondslag voor de WAZ-uitkering terecht op nihil was gesteld.
Appellant heeft in hoger beroep dezelfde argumenten aangevoerd als in de eerdere procedure, met de stelling dat de eerste arbeidsongeschiktheidsdag op 1 januari 2001 had moeten worden vastgesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellant beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank de juiste datum had vastgesteld. De Raad heeft vastgesteld dat er geen valide medische gegevens zijn die een latere datum rechtvaardigen. De Raad heeft ook de financiële gegevens van appellant bekeken, waaronder zijn aangifte inkomstenbelasting over 1999, en geconcludeerd dat de berekening van de WAZ-grondslag niet correct was uitgevoerd door het Uwv.
De Raad heeft het bestreden besluit van het Uwv vernietigd en bepaald dat het Uwv een nieuw besluit op bezwaar moet nemen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens is bepaald dat het Uwv het griffierecht van appellant vergoedt. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing hebben genomen in aanwezigheid van de griffier.