ECLI:NL:CRVB:2007:BA9147
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WAO-schatting en urenbeperking na ziekte
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: appellant) tegen een uitspraak van de rechtbank Almelo. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellant onvoldoende had gemotiveerd waarom betrokkene, die zich ziek had gemeld na een auto-ongeluk, in staat werd geacht om twintig uren per week te werken. Betrokkene had nekklachten en was in eerste instantie als 80% arbeidsongeschikt beoordeeld, maar deze beoordeling was later herzien naar 65 tot 80% en vervolgens naar 45 tot 55%. De rechtbank oordeelde dat er een nieuw, uitgebreid arbeidskundig onderzoek moest plaatsvinden naar de mogelijkheden van betrokkene.
Tijdens de zitting op 11 mei 2007 heeft appellant zijn standpunt herhaald dat de rechtbank te vergaande conclusies verbond aan de Standaard verminderde arbeidsduur. Appellant stelde dat er weinig afwijkingen waren vastgesteld en dat de klachten van betrokkene niet overtuigend konden worden verklaard door de gevonden afwijkingen. Betrokkene schaarde zich achter het oordeel van de rechtbank.
De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het inleidend beroep alsnog ongegrond verklaard. De Raad oordeelde dat de bezwaarverzekeringsarts op zorgvuldige wijze had uiteengezet waarom de vastgestelde beperkingen van betrokkene correct waren en dat er geen aanleiding was voor een urenbeperking. De Raad concludeerde dat de appellant de mogelijkheden van betrokkene niet had onderschat en dat de eerdere urenbeperking van twintig uren per week gerechtvaardigd was. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep van betrokkene werd ongegrond verklaard.