ECLI:NL:CRVB:2007:BA8086
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J. Brand
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens overschrijding bezwaartermijn
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin het beroep tegen het besluit van de IB-Groep ongegrond werd verklaard. Het geschil betreft de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellant tegen een besluit van de IB-Groep van 20 april 2005. De rechtbank oordeelde dat de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift, die begon op 21 april 2005 en eindigde op 1 juni 2005, onverschoonbaar was overschreden. Appellant had zijn bezwaarschrift gedateerd op 13 juni 2005 ingediend, wat buiten de gestelde termijn viel.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van appellant behandeld op 4 mei 2007, waarbij appellant zelf aanwezig was en de IB-Groep vertegenwoordigd werd door mr. drs. K. Meijer. De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank terecht oordeelde dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding. De enkele omstandigheid dat er geen rechtsmiddelenvoorlichting was gegeven, was volgens de Raad onvoldoende om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen. Er waren geen bijkomende omstandigheden die een andere conclusie rechtvaardigden.
De Raad heeft het hoger beroep van appellant verworpen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Tevens is er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 15 juni 2007, met J. Janssen als voorzitter en J. Brand en J.P.M. Zeijen als leden van de meervoudige kamer. De griffier M.C.T.M. Sonderegger was ook aanwezig bij de uitspraak.