ECLI:NL:CRVB:2007:BA7752

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
6 juni 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/2187 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling bij terugwijzing in hoger beroep tegen besluit College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam, waarin het beroep van appellante tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam niet-ontvankelijk werd verklaard wegens overschrijding van de beroepstermijn. Appellante heeft op 4 januari 2006 tijdig beroep ingesteld tegen het besluit van 24 november 2005, wat niet door het College werd betwist. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de aangevallen uitspraak, voor zover deze is aangevochten, vernietigd moet worden. De Raad heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank en heeft het College veroordeeld in de proceskosten van appellante in hoger beroep, die zijn begroot op € 322,--. Tevens is bepaald dat de gemeente Amsterdam het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 105,-- aan appellante dient te vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons en is openbaar uitgesproken op 6 juni 2007, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier.

Uitspraak

06/2187 WWB
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[appellante] (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 2 maart 2006, 06/163 en 06/400 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam (hierna: College)
Datum uitspraak: 6 juni 2007
I. PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. drs. R.F. Bakker, advocaat te Amsterdam, hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 mei 2007. Appellante heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. drs. Bakker. Het College heeft zich, met voorafgaand bericht, niet laten vertegenwoordigen.
II. OVERWEGINGEN
Bij de aangevallen uitspraak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank - voor zover hier van belang - het beroep van appellante tegen het op 25 november 2005 verzonden besluit van het College van 24 november 2005 niet-ontvankelijk verklaard wegens, niet verschoonbare, overschrijding van de beroepstermijn.
De Raad stelt, gelet op de brief van de griffier van de rechtbank van 10 maart 2006, vast dat namens appellante bij faxbericht van 4 januari 2006 tijdig beroep is ingesteld tegen het besluit van 24 november 2005. Tussen partijen is dit ook niet in geschil.
Hieruit volgt dat de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten, moet worden vernietigd. De Raad zal de zaak terugwijzen naar de rechtbank. Hij vertrouwt erop dat de rechtbank het beroep met voortvarendheid zal behandelen.
Overeenkomstig zijn vaste rechtspraak zal de Raad het College - moeten - veroordelen in de proceskosten van appellante in hoger beroep, nu fouten van de rechtbank die leiden tot (gehele of gedeeltelijke) vernietiging van de aangevallen uitspraak voor rekening en risico van het betrokken bestuursorgaan komen. De Raad begroot de kosten op € 322,-- voor in hoger beroep verleende rechtsbijstand. De Raad is voorts ingevolge artikel 25, eerste lid, van de Beroepswet gehouden te bepalen dat de gemeente Amsterdam aan appellante het in hoger beroep betaalde griffierecht dient te vergoeden
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
Wijst de zaak terug naar de rechtbank;
Veroordeelt het College in de proceskosten van appellante in hoger beroep tot een bedrag van € 322,--, te betalen door de gemeente Amsterdam aan de griffier van de Raad;
Bepaalt dat de gemeente Amsterdam aan appellante het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 105,-- vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons. De beslissing is, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 6 juni 2007.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) R.L. Rijnen.
PR/290507