ECLI:NL:CRVB:2007:BA6873
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- C. van Viegen
- M. Greebe
- Rechtspraak.nl
Bijzondere bijstand in de kosten van nutsvoorzieningen: geen sprake van bijzondere omstandigheden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Breda, waarin de rechtbank het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen ongegrond heeft verklaard. Appellant had op 15 juni 2005 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand in de kosten van nutsvoorzieningen, specifiek voor een openstaande rekening van € 515,35 bij Essent. Het College wees de aanvraag af op de grond dat de kosten niet voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden die noodzakelijke kosten van het bestaan rechtvaardigden. Het bezwaar van appellant tegen deze afwijzing werd eveneens ongegrond verklaard door het College.
De rechtbank oordeelde dat de kosten van energie voorzienbaar zijn en tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan behoren, die appellant in beginsel uit de bijstandsnorm moet voldoen. De rechtbank concludeerde dat de enkele omstandigheid dat de energiebelasting was gestegen en appellant slechts een deel van de eindafrekening betaalde, niet voldoende was om te spreken van bijzondere omstandigheden die recht gaven op bijzondere bijstand.
In hoger beroep heeft appellant zijn standpunt gemotiveerd herhaald, maar de Centrale Raad van Beroep onderschreef het oordeel van de rechtbank. De Raad benadrukte dat het enkele feit dat appellant langdurig bijstand ontvangt, op zichzelf niet kan worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid. Ook werd opgemerkt dat appellant tijdig een betalingsregeling bij Essent had kunnen aanvragen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees de vordering van appellant af, zonder aanleiding te zien voor een veroordeling in de proceskosten.