ECLI:NL:CRVB:2007:BA6074
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak van de rechtbank Amsterdam inzake WAO-uitkering en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 13 oktober 2004, waarin de rechtbank zich uitsprak over de toekenning van een WAO-uitkering. De gemachtigde van appellant, mr. C.A.J. de Roy van Zuydewijn, heeft op 6 januari 2005 het hoger beroep ingediend en op 30 januari 2007 een aanvullend beroepschrift ingediend. Echter, op 6 februari 2007 heeft mr. De Roy van Zuydewijn het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenvergoeding en wettelijke rente over de na te betalen uitkering. Het Uwv heeft geen verweerschrift ingediend en met toestemming van partijen is het onderzoek ter zitting achterwege gebleven.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de nieuwe beslissing van het Uwv, die op 5 februari 2007 door de Raad is ontvangen, volledig tegemoetkomt aan de bezwaren van appellant. De Raad heeft geoordeeld dat het verzoek om wettelijke rente moet worden toegewezen, verwijzend naar eerdere jurisprudentie. Tevens is er een beslissing genomen over de proceskosten. De Raad heeft vastgesteld dat, gezien de intrekking van het beroep omdat het Uwv aan de indiener is tegemoetgekomen, het Uwv op verzoek van de indiener in de kosten kan worden veroordeeld. De proceskosten zijn begroot op € 322,- voor verleende rechtsbijstand in hoger beroep.
In de beslissing heeft de Centrale Raad van Beroep het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de renteschade en de kosten van appellant, alsook tot terugbetaling van het door appellant betaalde griffierecht van € 133,-. De uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade en is openbaar uitgesproken op 25 mei 2007, in aanwezigheid van griffier S. Sweep.