ECLI:NL:CRVB:2007:BA1458
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- H.J. de Mooij
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van besluit tot afwijzing aanvraag woonvoorzieningen en vergoeding proceskosten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het besluit van 17 januari 2005 van appellant vernietigd, waarbij de vergoeding van proceskosten was afgewezen. Betrokkene had op 7 april 2004 een aanvraag ingediend voor woonvoorzieningen op basis van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg). Appellant had deze aanvraag op 5 augustus 2004 afgewezen, omdat de kosten hoger waren dan € 8.100,-- en verhuizing de goedkoopste oplossing zou zijn. Betrokkene maakte bezwaar tegen dit besluit, waarna appellant het besluit introk en de voorzieningen alsnog toekende. Echter, het bezwaar tegen de afwijzing van de proceskosten werd ongegrond verklaard, wat leidde tot de rechtszaak.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. De Raad stelt vast dat de afwijzing van de proceskosten onterecht was, omdat het besluit van 5 augustus 2004 onrechtmatig was. De Raad verwijst naar artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht, dat bepaalt dat kosten voor behandeling van bezwaar alleen vergoed worden als het besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. De Raad concludeert dat de onrechtmatigheid aan appellant te wijten is, omdat het onderzoek naar de mantelzorg en de sociale infrastructuur van betrokkene niet adequaat was uitgevoerd.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en veroordeelt appellant tot vergoeding van de proceskosten van betrokkene in hoger beroep, begroot op € 644,--. Tevens wordt een griffierecht van € 428,-- opgelegd aan appellant. De uitspraak is gedaan op 21 maart 2007.