ECLI:NL:CRVB:2007:BA0506
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Toekenning gedeeltelijke WAO-uitkering en deugdelijkheid van medische en arbeidskundige onderbouwing
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de rechtbank de beslissing van het Uwv om appellant een WAO-uitkering toe te kennen, heeft bekrachtigd. Appellant, vertegenwoordigd door mr. G. van Leeuwen, heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte zijn klachten slechts in algemene zin heeft genoemd en dat de medische beoordeling niet juist is. De rechtbank had volgens appellant onvoldoende rekening gehouden met zijn psychische en lichamelijke beperkingen, met name zijn knieklachten.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 9 maart 2007 uitspraak gedaan. De Raad oordeelt dat de rechtbank de medische en arbeidskundige grondslag van het besluit van het Uwv niet voldoende heeft onderbouwd. De Raad stelt vast dat de verzekeringsarts en de bezwaarverzekeringsarts geen lichamelijk onderzoek hebben verricht en dat de informatie over de knieklachten niet adequaat is meegenomen in de beoordeling. De Raad concludeert dat de aangevallen uitspraak moet worden vernietigd en dat het inleidend beroep gegrond is.
De Raad beveelt het Uwv aan om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de bevindingen in deze uitspraak. Tevens wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn vastgesteld op € 1.288,-- voor verleende rechtsbijstand, en moet het Uwv het betaalde griffierecht van € 131,- vergoeden aan appellant. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische en arbeidskundige beoordeling bij het toekennen van uitkeringen op basis van arbeidsongeschiktheid.