ECLI:NL:CRVB:2007:BA0451
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J. Brand
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WAO-schatting en de arbeidsongeschiktheid van appellant
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle van 14 oktober 2004, waarin de rechtbank de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft bevestigd. Appellant, vertegenwoordigd door mr. C. Brouwer-Morren van ARAG Rechtsbijstand, heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn beperkingen als gevolg van psychische klachten zijn toegenomen na een terugval in januari en juni 2001. Hij betwist de juistheid van het belastbaarheidspatroon dat op 21 november 2001 is opgesteld, en stelt dat hij niet in staat is om de geduide functies te vervullen. Appellant heeft informatie overgelegd van zijn behandelend psycholoog H.E. Swaab en psychiater D.G. Buiten, alsook een expertiserapport van psychiater M. Kuilman, waarin wordt gesteld dat werkhervatting kan leiden tot uitval.
De Centrale Raad van Beroep heeft het procesverloop in deze zaak besproken, waarbij opgemerkt wordt dat appellant niet is verschenen op de zitting van 15 december 2006, terwijl het Uwv vertegenwoordigd was door A. Anandbahadoer. De Raad verwijst naar de aangevallen uitspraak voor een uitgebreide weergave van de feiten en omstandigheden. De Raad concludeert dat het Uwv voldoende functies heeft voorgehouden die binnen de belastbaarheid van appellant vallen, en dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en ziet geen aanleiding om artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht toe te passen.
De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met J. Janssen als voorzitter en J. Brand en J.P.M. Zeijen als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken op 9 maart 2007, in tegenwoordigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven. De Raad heeft geen aanleiding gevonden om tot een ander oordeel te komen dan de rechtbank in de aangevallen uitspraak heeft neergelegd, en heeft de grieven van appellant afdoende besproken en gemotiveerd waarom deze niet kunnen slagen.