ECLI:NL:CRVB:2007:AZ7935
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J. Brand
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Intrekking van besluit tot toepassing van artikel 44 van de WAO en herbeoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van appellante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle. De zaak betreft de intrekking van een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tot toepassing van artikel 44 van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Appellante, de werkgever van een werkneemster, was het niet eens met de toekenning van een WAO-uitkering aan haar werkneemster, die eerder was vastgesteld op 80 tot 100% arbeidsongeschiktheid. De Raad had eerder in een uitspraak van 24 februari 2004 geoordeeld dat het besluit van het Uwv tot toekenning van de uitkering in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en had dit besluit vernietigd.
Na deze uitspraak heeft het Uwv op 23 januari 2006 het bezwaar van appellante tegen het oorspronkelijke besluit van 2 november 2001 gegrond verklaard en de mate van arbeidsongeschiktheid van de werkneemster vastgesteld op 25 tot 35%. Appellante heeft hoger beroep ingesteld omdat zij wilde dat het besluit tot toepassing van artikel 44 van de WAO volledig werd ingetrokken. De Raad heeft vastgesteld dat zowel appellante als het Uwv van mening zijn dat er geen plaats is voor de toepassing van artikel 44 van de WAO en dat de besluiten die daarop betrekking hebben uit het rechtsverkeer moeten worden verwijderd.
De Raad heeft in zijn beslissing aangegeven dat het besluit van het Uwv niet volledig tegemoetkomt aan de wensen van appellante, maar dat er geen aanleiding is om het Uwv te veroordelen tot vergoeding van de kosten van rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J. Janssen als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 2 februari 2007. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd, het besluit van 26 mei 2003 vernietigd, het besluit van 16 augustus 2002 herroepen en bepaald dat het Uwv het griffierecht aan appellante dient te vergoeden.