ECLI:NL:CRVB:2007:AZ7319
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- J. Riphagen
- P.H. Broier
- Rechtspraak.nl
Weigering WAO-uitkering en geschiktheid voor geselecteerde functies
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn bezwaar tegen de weigering van een WAO-uitkering door het Uwv ongegrond werd verklaard. Appellant, geboren op 16 oktober 1957, heeft sinds 4 december 1998 te maken met arbeidsongeschiktheid door rechterbeen- en rugklachten. De verzekeringsarts J.W. Hekkelman heeft in 2000 vastgesteld dat appellant beperkingen heeft, maar de arbeidskundige H.M. van der Vegte concludeerde in 2001 dat appellant nog wel geschikt was voor andere functies, wat leidde tot de beslissing van het Uwv om geen WAO-uitkering toe te kennen.
Appellant heeft in hoger beroep zijn eerdere grieven herhaald, waarbij hij aanvoert dat onvoldoende rekening is gehouden met zijn psychische klachten en zijn analfabetisme. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het Uwv niet in staat was om het rapport van de verzekeringsarts Hekkelman over te leggen, wat cruciaal was voor de beoordeling van de geschiktheid van de geselecteerde functies. De Raad oordeelt dat het Uwv niet voldoende heeft aangetoond dat de functies geschikt zijn voor appellant, wat leidt tot de vernietiging van de eerdere uitspraak.
De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 644,-- bedragen, en heeft bepaald dat het Uwv het betaalde griffierecht van € 131,-- aan appellant vergoedt. De uitspraak is gedaan op 12 januari 2007, waarbij de Raad de noodzaak benadrukt om een nieuw besluit op bezwaar te nemen met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.