ECLI:NL:CRVB:2006:AZ3467
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling termijnoverschrijding bij indienen bezwaarschrift in sociale zekerheidszaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht van 16 februari 2006. De Centrale Raad van Beroep heeft op 24 november 2006 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 06/2118 WSF. De appellante had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep (IB-Groep) dat haar bezwaar wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk had verklaard. De IB-Groep had op 5 juni 2004 een BE-formulier naar appellante gestuurd met het verzoek om bewijs van haar sofi-nummer, waarop appellante niet had gereageerd. Vervolgens werd op 1 december 2004 een vordering wegens meerinkomen vastgesteld, inclusief een boete. Appellante maakte bezwaar tegen dit besluit, maar de IB-Groep verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk vanwege de termijnoverschrijding. De rechtbank oordeelde dat de oorzaak van de termijnoverschrijding aan appellante was toe te rekenen en dat het verzuim niet verschoonbaar was. In hoger beroep herhaalde appellante haar grieven, maar de Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er waren geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.