ECLI:NL:CRVB:2006:AZ3464
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Geen recht op studiefinanciering en OV-jaarkaart; beoordeling van onterecht kaartbezit
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 november 2006 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep (IB-Groep) tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de vraag of betrokkene recht had op studiefinanciering en een OV-jaarkaart. Betrokkene had per 1 juli 2004 studiefinanciering in de vorm van een basisbeurs en een OV-kaart ontvangen, maar de IB-Groep stelde dat betrokkene geen recht had op deze voorzieningen omdat de opleiding die zij volgde niet in aanmerking kwam voor studiefinanciering. De IB-Groep had daarom besloten dat betrokkene een bedrag van € 748,-- verschuldigd was wegens onterecht bezit van de OV-kaart.
De rechtbank had het beroep van betrokkene tegen het besluit van de IB-Groep gegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde anders. De Raad stelde vast dat het besluit van 14 februari 2005 van de IB-Groep niet onrechtmatig was. De Raad oordeelde dat betrokkene niet tijdig de OV-kaart had ingeleverd en dat zij op basis van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000) geen recht had op de OV-kaart. De Raad concludeerde dat de IB-Groep correct had gehandeld door het bedrag wegens onterecht kaartbezit vast te stellen.
De Centrale Raad van Beroep vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het inleidend beroep van betrokkene alsnog ongegrond. De Raad benadrukte dat betrokkene bij haar elektronische aanvraag onjuiste informatie had verstrekt, waardoor zij ten onrechte een OV-kaart had ontvangen. De Raad concludeerde dat de IB-Groep de juiste procedure had gevolgd en dat er geen gronden waren voor een vergoeding van proceskosten.