ECLI:NL:CRVB:2006:AZ2883
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Th.C. van Sloten
- A.B.J. van der Ham
- J.J.A. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake bijstandsverlening en vermeende onjuistheden in politieonderzoek
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde E.F. P., op 3 juli 2004 verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 22 juni 2004. Verzoeker is op 6 december 2005 overleden, maar het geding is voortgezet door zijn gemachtigde. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam heeft een verweerschrift ingediend. De zitting vond plaats op 10 oktober 2006, waarbij verzoeker werd vertegenwoordigd door E.F. P. en het College niet aanwezig was.
Verzoeker betoogde dat de eerdere uitspraak feitelijke onjuistheden bevatte, die voortkwamen uit een verzonnen politieonderzoek naar prostitutie-activiteiten in zijn woning. Hij voerde aan dat het rapport van de sociale recherche, dat de basis vormde voor de eerdere uitspraak, niet alleen was gebaseerd op informatie van de politie, maar ook op andere gegevens. Ter ondersteuning van zijn standpunt werden verschillende stukken ingediend, waaronder brieven van de politieregio Amsterdam-Amstelland, waarin werd gesteld dat er geen gegevens ten nadele van verzoeker bekend waren.
De Raad benadrukte dat het rechtsmiddel van herziening enkel kan worden ingeroepen op basis van nieuwe feiten of omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad concludeerde dat de aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldeden aan de criteria voor herziening. Zelfs als de Raad eerder op de hoogte was geweest van de informatie uit de politie-administratie, zou dit niet hebben geleid tot een andere uitspraak. De Raad wees het verzoek om herziening af en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.