ECLI:NL:CRVB:2006:AZ2652
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- J. Janssen
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- K.J.S. Spaas
- H.G. Rottier
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking van rechters in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 3 november 2006, werd het verzoek om wraking van de rechters K.J.S. Spaas en H.G. Rottier afgewezen. Verzoeker had eerder hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zutphen, waarin zijn verzet tegen een eerdere uitspraak ongegrond werd verklaard. De Centrale Raad van Beroep had op 3 maart 2006 geoordeeld dat de door verzoeker aangevochten uitspraak niet vatbaar was voor beroep en zich onbevoegd verklaard. Hierop heeft verzoeker verzet aangetekend en verzocht om wraking van de rechters die de zaak behandelden.
Het verzoek om wraking werd behandeld op 6 oktober 2006, maar noch verzoeker noch het Uwv was aanwezig. In de motivering van de uitspraak werd ingegaan op artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht, dat de mogelijkheid biedt om rechters te wraken op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar zouden kunnen brengen. Verzoeker heeft echter geen concrete feiten of omstandigheden aangedragen die de onpartijdigheid van de rechters zouden kunnen schaden. De enkele algemene beweringen waren onvoldoende om het wrakingverzoek te onderbouwen.
De Centrale Raad van Beroep concludeerde dat het verzoek om wraking van de rechters K.J.S. Spaas en H.G. Rottier niet kon worden toegewezen, en wees het verzoek af. De uitspraak werd gedaan door voorzitter J. Janssen, met J. Brand en I.M.J. Hilhorst-Hagen als leden, en griffier M.C.T.M. Sonderegger was aanwezig bij de uitspraak.