ECLI:NL:CRVB:2006:AY7904
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. 't Hooft
- H.J. de Mooij
- J.N.A. Bootsma
- Rechtspraak.nl
Besluit inzake vergoeding van hotelkosten in het kader van persoonsgebonden budget
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 16 augustus 2006, stond de vraag centraal of het Zorgkantoor Midden-Brabant te Eindhoven terecht had geweigerd om hotelkosten te vergoeden in het kader van een persoonsgebonden budget. Betrokkene had op 27 juli 2004 een verzoek ingediend bij het Zorgkantoor om informatie over de mogelijkheid van vergoeding van kosten voor kortdurend verblijf, ongeacht de locatie. Het Zorgkantoor had hierop geantwoord dat hotelkosten niet onder de zorg vallen zoals bedoeld in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en had het bezwaar van betrokkene tegen dit besluit ongegrond verklaard.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Breda had eerder het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het besluit van het Zorgkantoor vernietigd, met de opdracht om een nieuw besluit op bezwaar te nemen. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat de mededeling van het Zorgkantoor van 27 juli 2004 niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kon worden aangemerkt, omdat het enkel informatie verstrekte en geen rechtsgevolg had. Hierdoor was het bezwaar van betrokkene niet-ontvankelijk.
De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak voor zover deze was aangevochten, met uitzondering van de beslissingen omtrent griffierecht en proceskosten. De Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van 19 augustus 2004 en verklaarde het bezwaar van betrokkene tegen de brief van 27 juli 2004 geheel niet-ontvankelijk. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit M.I. 't Hooft, H.J. de Mooij en J.N.A. Bootsma, met M. Renden als griffier.