ECLI:NL:CRVB:2006:AY7903

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
04/4889 WVG en 04/4890 WVG
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek woningaanpassing op grond van de WVG met betrekking tot terugwerkende kracht

In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 16 augustus 2006, zijn de erven van [betrokkene] in hoger beroep gekomen tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 22 juli 2004. De rechtbank had het beroep van appellanten ongegrond verklaard tegen twee besluiten van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren, die betrekking hadden op verzoeken om vergoeding van kosten voor woningaanpassing en vervoerskostenvoorzieningen.

Het eerste besluit betrof de afwijzing van het verzoek om vergoeding van kosten voor woningaanpassing die de € 6.717,55 en € 664,66 overschreden. De Raad oordeelde dat er geen medische noodzaak was aangetoond voor de extra kosten en dat de vereiste toestemming volgens de Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Haaren niet kon worden afgewacht. De rechtbank had dit besluit terecht ongegrond verklaard.

Het tweede besluit ging over de afwijzing van het verzoek om de toegekende vervoerskostenvoorziening met terugwerkende kracht tot het jaar 2000 te laten ingaan. Het College had gewezen op de Vvg Haaren, die bepaalt dat een voorziening pas vanaf de datum van aanvraag kan worden toegekend. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank dat er geen aanleiding was voor toepassing van de hardheidsclausule en dat de voorziening niet met terugwerkende kracht kon worden toegekend.

De Raad besloot de aangevallen uitspraak te bevestigen en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met M.I. 't Hooft als fungerend voorzitter, en de griffier M. Renden.

Uitspraak

PROCES -VERBAAL
van de mondelinge uitspraak op 16 augustus 2006
CENTRALE RAAD VAN BEROEP
Meervoudige kamer
Zitting hebben: M.I. 't Hooft, voorzitter, H.J. de Mooij en J.N.A. Bootsma, leden griffier: M. Renden
Ie en 2ezaak, 04/4889 WVG en 04/4890 WVG, inzake:
de erven van [betrokkene], vertegenwoordigd door
mr. H.W. Bemelmans, advocaat te Nijmegen (appellanten), met bericht van verhindering niet
verschenen,
en
Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren (het College), gevestigd te Haaren, verschenen bij gemachtigde drs. J.G.M. Es.
De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft bij uitspraak van 22 juli 2004, 03/2823 en 03/2842, het door appellanten tegen twee onderscheiden besluiten van 26 augustus 2006 ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Een besluit betreft de arwijzing van het verzoek om vergoeding van ten behoeve van woningaanpassing gemaakte kosten, voor zover deze meer bedragen dan de toegekende bedragen van € 6.717,55 en - in verband met meerwerk - € 664,66. De Raad onderschrijft deze arwijzing, nu een medische noodzaak voor de resterende extra kosten niet is aangetoond en niet is gebleken dat de ingevolge artikel 2.8., aanhef en onder a, van de Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Haaren 1998 (hierna: Vvg Haaren) vereiste voorafgaande toestemming niet kon worden afgewacht. De rechtbank heeft het beroep tegen dit besluit dan ook terecht ongegrond verklaard.
Het andere besluit betreft de arwijzing van het verzoek om de met ingang van 1 augustus 2001 toegekende vervoerskostenvoorziening, in de vorm van een financiele tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van de eigen auto, met terugwerkende kracht tot het jaar 2000 te laten ingaan. Het College heeft gewezen op de Vvg Haaren, waaruit volgt dat een voorziening slechts vanaf de datum van de aanvraag wordt toegekend, en heeft in de omstandigheden van appellanten geen aanleiding gezien voor toepassing van de hardheidsclausule. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat er geen grond is om de voorziening met terugwerkende kracht tot een datum voor de aanvraag toe te kennen.
De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De Raad beslist als volgt:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Utrecht, 16 augustus 2006. Waarvan proces-verbaal
De plv. griffier
(get.) M. Renden
De fungerend voorzitter,
(get.) M.I. 't Hooft