ECLI:NL:CRVB:2006:AY7903
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.I. 't Hooft
- H.J. de Mooij
- J.N.A. Bootsma
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek woningaanpassing op grond van de WVG met betrekking tot terugwerkende kracht
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 16 augustus 2006, zijn de erven van [betrokkene] in hoger beroep gekomen tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 22 juli 2004. De rechtbank had het beroep van appellanten ongegrond verklaard tegen twee besluiten van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren, die betrekking hadden op verzoeken om vergoeding van kosten voor woningaanpassing en vervoerskostenvoorzieningen.
Het eerste besluit betrof de afwijzing van het verzoek om vergoeding van kosten voor woningaanpassing die de € 6.717,55 en € 664,66 overschreden. De Raad oordeelde dat er geen medische noodzaak was aangetoond voor de extra kosten en dat de vereiste toestemming volgens de Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Haaren niet kon worden afgewacht. De rechtbank had dit besluit terecht ongegrond verklaard.
Het tweede besluit ging over de afwijzing van het verzoek om de toegekende vervoerskostenvoorziening met terugwerkende kracht tot het jaar 2000 te laten ingaan. Het College had gewezen op de Vvg Haaren, die bepaalt dat een voorziening pas vanaf de datum van aanvraag kan worden toegekend. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank dat er geen aanleiding was voor toepassing van de hardheidsclausule en dat de voorziening niet met terugwerkende kracht kon worden toegekend.
De Raad besloot de aangevallen uitspraak te bevestigen en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met M.I. 't Hooft als fungerend voorzitter, en de griffier M. Renden.