ECLI:NL:CRVB:2006:AY5356
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 juli 2006 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 6 januari 2006, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard vanwege het niet tijdig betalen van het griffierecht. Appellant, woonachtig in Marokko, had tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 29 juli 2005, waarin zijn verzoek om uitkering op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) was afgewezen, hoger beroep ingesteld. De Raad had in januari 2006 geoordeeld dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard.
Appellant heeft vervolgens verzet aangetekend, waarbij hij stelde dat hij het griffierecht inmiddels had betaald en bereid was om het opnieuw te voldoen. Tijdens de zitting op 16 juni 2006 zijn beide partijen echter niet verschenen. De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het griffierecht niet op de juiste wijze en binnen de gestelde termijn was voldaan. De bereidheid van appellant om het griffierecht alsnog te betalen, werd niet als voldoende beschouwd om de eerdere uitspraak te herzien, aangezien de termijn voor betaling al verstreken was.
De Centrale Raad van Beroep heeft uiteindelijk het verzet ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met G.J.H. Doornewaard als voorzitter, en de leden J. Brand en I.M.J. Hilhorst-Hagen. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, met M.C.T.M. Sonderegger als griffier.