ECLI:NL:CRVB:2006:AY3543
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens te late indiening van het beroepschrift
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 juli 2006 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 29 augustus 2005. De Raad had eerder, op 6 januari 2006, het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift te laat was ingediend. De appellant heeft hiertegen verzet aangetekend, wat leidde tot een nieuwe behandeling van de zaak op 29 mei 2006. Tijdens deze zitting zijn beide partijen niet verschenen.
De appellant stelde in zijn verzetschrift dat hij het beroepschrift op 7 oktober 2005 ter post had bezorgd en dat het op 14 oktober 2005 door de Raad was ontvangen. Hij voerde aan dat hij de uitspraak van de Raad pas na 8 kalenderdagen had ontvangen. De Raad heeft echter vastgesteld dat de enveloppe met het beroepschrift op 12 oktober 2005 was afgestempeld, wat betekent dat het niet aannemelijk is dat het beroepschrift vóór het verstrijken van de beroepstermijn op 11 oktober 2005 ter post is bezorgd. De Raad heeft geen redenen gevonden om de termijnoverschrijding als verschoonbaar te beschouwen.
Daarom heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met G.J.H. Doornewaard als voorzitter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier M.C.T.M. Sonderegger. De Raad heeft ook overwogen dat de argumenten van de appellant over de rechtsgeldigheid van de uitspraak niet tot gegrondverklaring van het verzet leiden, aangezien het originele exemplaar van de uitspraak correct is ondertekend.