ECLI:NL:CRVB:2006:AX9579
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- R.H.M. Roelofs
- J.J.A. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens verzwegen inkomsten uit arbeid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Anna Paulowna tegen een uitspraak van de rechtbank Alkmaar. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de intrekking van de bijstandsuitkering van betrokkene, die sinds 1988 een bijstandsuitkering ontving, niet op de juiste wijze was uitgevoerd. Appellant had de bijstandsuitkering van betrokkene ingetrokken over de periode van 1 augustus 1998 tot en met 30 april 2003 en de gemaakte kosten van bijstand teruggevorderd, omdat betrokkene geen of onvolledige inlichtingen had verstrekt over haar inkomsten uit arbeid, waaronder de handel in schapen en lammeren en de verkoop van hondenvlees.
De rechtbank oordeelde dat de intrekking van de bijstandsuitkering niet voldoende was onderbouwd en dat appellant een nieuw besluit op bezwaar moest nemen, waarbij een globale raming van de inkomsten van betrokkene over de betrokken periode gemaakt diende te worden. Appellant ging in hoger beroep tegen deze uitspraak, waarbij de Raad voor de Rechtspraak zich beperkte tot de bewijslastverdeling. De Raad stelde vast dat betrokkene tekort was geschoten in haar verplichting om juiste en volledige inlichtingen te verstrekken, en dat het College in beginsel gerechtigd was om de bijstandsuitkering in te trekken en de kosten terug te vorderen.
De Raad oordeelde dat betrokkene geen administratie had bijgehouden en daardoor niet in staat was om bewijs te leveren van haar inkomsten. Dit leidde tot de conclusie dat het hoger beroep van appellant slaagde en de aangevallen uitspraak diende te worden vernietigd. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 13 juni 2006.