ECLI:NL:CRVB:2006:AX8796
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- A.B.J. van der Ham
- H.J. de Mooij
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van te veel betaalde bijstandsuitkering na onjuiste opgave van WAO-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin het beroep tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam ongegrond werd verklaard. Appellant ontving een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en een aanvullende bijstandsuitkering van het College. Het College had op 3 december 2003 besloten om de bijstandsverlening van appellant te herzien en een bedrag van € 2.616,57 terug te vorderen wegens te veel betaalde bijstand over bepaalde perioden. Appellant had in zijn inkomstenformulieren niet de volledige bedragen van zijn WAO-uitkering vermeld, wat leidde tot een onjuiste berekening van zijn bijstandsrecht.
De rechtbank had in haar uitspraak van 7 juli 2005 het beroep van appellant tegen het besluit van het College ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant zijn bezwaren tegen deze uitspraak gemotiveerd, maar ter zitting erkende hij dat hij geen juiste opgave had gedaan van zijn WAO-inkomsten. De Raad voor de Rechtspraak concludeerde dat appellant geen procesbelang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit, aangezien hij de herziening en terugvordering niet langer betwistte. De Raad oordeelde dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard, zonder veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met Th.C. van Sloten als voorzitter en A.B.J. van der Ham en H.J. de Mooij als leden. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 23 mei 2006.