ECLI:NL:CRVB:2006:AX8479
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en geschiktheid voor functies na medische beoordeling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht, die op 15 april 2004 het beroep van appellant ongegrond verklaarde. Appellant had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 4 juli 2003, waarin zijn WAO-uitkering werd ingetrokken. De rechtbank oordeelde dat de Functionele Mogelijkheden Lijst de beperkingen van appellant correct weergaf en dat de medische rapportages geen steun boden voor een urenbeperking. Appellant stelde dat de rechtbank ten onrechte had geconcludeerd dat er geen toename van beperkingen was en dat de urenbeperking zonder nadere motivering was geschrapt.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de argumenten van appellant in hoger beroep geen nieuwe gezichtspunten boden ten opzichte van zijn eerdere stellingen. De Raad benadrukte dat de rechtbank in haar uitspraak voldoende aandacht had besteed aan de belastbaarheid van appellant en dat er geen redenen waren om aan te nemen dat appellant op de datum in geding niet in staat was om gedurende hele dagen te werken. De Raad baseerde zijn oordeel op de beschikbare medische informatie, waaronder rapporten van de verzekeringsarts en de bezwaarverzekeringsarts, die concludeerden dat appellant in staat was om acht uur per dag te werken.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep werd gedaan in een meervoudige kamer en werd openbaar uitgesproken op 9 juni 2006. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarmee de intrekking van de WAO-uitkering van appellant werd gehandhaafd. De Raad concludeerde dat appellant geen nieuwe medische gegevens had overgelegd die zijn standpunt konden onderbouwen, en dat de eerdere conclusies over zijn belastbaarheid en geschiktheid voor de voorgehouden functies juist waren.