ECLI:NL:CRVB:2006:AX3229
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- J.Th. Wolleswinkel
- R.P.Th. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Korting op wachtgeld na prijsgeven van inkomsten zonder voldoende reden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante, die als sergeant-majoor bij de Koninklijke Landmacht was ontslagen en aanspraak maakte op een uitkering op basis van de Militaire Wachtgeldregeling 1961. Appellante had haar wachtgeld zien verminderen nadat zij een dienstverband bij Planet Technologies B.V. had aanvaard, maar beëindigde dit dienstverband op 1 juli 2002 om een lager betaalde functie bij een zorginstelling te aanvaarden. De staatssecretaris van Defensie oordeelde dat appellante zonder voldoende reden haar inkomsten had prijsgegeven, wat leidde tot een korting op haar wachtgeld. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante tegen het besluit van de staatssecretaris ongegrond.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak behandeld. De Raad oordeelde dat de staatssecretaris niet de gerechtvaardigde verwachting had gewekt dat appellante de lagere functie bij de zorginstelling kon accepteren zonder dat dit gevolgen zou hebben voor haar wachtgeld. De Raad bevestigde dat er geen uitdrukkelijke toezegging was gedaan door de staatssecretaris en dat de eerdere goedkeuring voor het aanvaarden van een lager betaalde baan niet automatisch betekende dat dit nu ook het geval was. De Raad erkende dat de staatssecretaris niet snel had gereageerd op de mededeling van appellante over haar ontslag, maar oordeelde dat appellante niet had aangetoond dat zij hierdoor benadeeld was.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellante zonder voldoende reden haar inkomsten bij Planet had prijsgegeven. De Raad vond geen aanleiding om in hoger beroep proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J.C.F. Talman als voorzitter, en de beslissing werd openbaar uitgesproken op 4 mei 2006.