ECLI:NL:CRVB:2006:AV4564
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- A.H. Polderman-Eelderink
- R.M. van Male
- J.J.A. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van bijstandsverlening en ontvankelijkheid bezwaar tegen executoriaal beslag
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. R. van Asperen, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen. De rechtbank had op 21 april 2004 het bezwaar van appellant tegen de terugvordering van bijstandsverlening ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep behandelt de zaak en gaat uit van de feiten dat gedaagde, het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen, appellant op 26 juni 2002 heeft geïnformeerd over de terugvordering van in totaal € 21.665,57. Appellant had niet gereageerd op het verzoek om informatie over zijn aflossingscapaciteit, wat leidde tot een ultimatum voor betaling en de dreiging van executoriaal beslag.
De Raad oordeelt dat de rechtbank correct heeft geoordeeld over de ontvankelijkheid van het bezwaar van appellant. De Raad stelt vast dat de mededeling van gedaagde over het leggen van beslag en de kosten daarvan niet kan worden aangemerkt als een rechtshandeling. Dit betekent dat het bezwaar van appellant tegen deze mededeling niet ontvankelijk is. De Raad vernietigt het besluit van 12 maart 2003 van gedaagde, dat het bezwaar van appellant ongegrond verklaarde, en verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk. Tevens wordt gedaagde veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 966,--, en moet de gemeente Groningen het griffierecht van € 133,-- vergoeden aan appellant.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is gedaan op 24 januari 2006, waarbij de Raad de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigt en zelf in de zaak voorziet.