ECLI:NL:CRVB:2005:AU9124
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- J.Th. Wolleswinkel
- R.P.Th. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding door ambtenaar wegens ziekte door blootstelling aan stoffen
In deze zaak gaat het om een verzoek van de appellante, als erfgenaam van wijlen betrokkene, om schadevergoeding voor de materiële en immateriële schade die betrokkene heeft geleden door ziekte, die volgens haar is veroorzaakt door stoffen waarmee hij in aanraking is gekomen tijdens zijn werk bij de Koninklijke Marine. Betrokkene was van 1973 tot 1993 werkzaam als ambtenaar en kreeg in 1998 de diagnose acute leukemie. Hij overleed op 15 juni 2003. In januari 2001 heeft betrokkene een verzoek ingediend om schadevergoeding, dat door de Staatssecretaris van Defensie is afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft de Raad voor de Rechtspraak de feiten en omstandigheden van de zaak opnieuw bekeken. Appellante baseert haar verzoek om schadevergoeding nu uitsluitend op het product Mavomix, een oplosmiddel dat betrokkene in de jaren voorafgaand aan 1983 heeft gebruikt. De gemachtigde van appellante heeft betoogd dat er een causaal verband moet zijn tussen de werkzaamheden en de ziekte, maar erkent dat er geen voldoende mate van waarschijnlijkheid is dat dit verband bestaat. Hij pleit voor een verruiming van de jurisprudentie, gezien de bijzondere omstandigheden van de zaak, zoals het ontbreken van een registratieplicht voor het product in die tijd.
De Raad heeft echter geoordeeld dat er geen aanleiding is om af te wijken van de eis dat er een voldoende mate van waarschijnlijkheid moet zijn dat de werkzaamheden de ziekte hebben veroorzaakt. De Raad bevestigt dat het bestreden besluit in stand blijft, en dat er geen termen zijn voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en de zaak wordt afgesloten zonder dat de schadevergoeding wordt toegekend.