ECLI:NL:CRVB:2005:AU8337
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A. Hoogeveen
- C.P.J. Goorden
- H.G. Rottier
- Rechtspraak.nl
Weigering WW-uitkering wegens ontvangen Wajong-uitkering
In deze zaak heeft appellant, wonende te Sittard, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Maastricht, waarin zijn beroep tegen de weigering van een WW-uitkering ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat appellant, die een Wajong-uitkering ontvangt met een mate van arbeidsongeschiktheid van 80-100%, geen recht heeft op een WW-uitkering. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de Werkloosheidswet (WW) en de relevante bepalingen die golden ten tijde van de uitspraak. Appellant stelde dat hij recht had op een WW-uitkering op basis van zijn eerdere werkzaamheden bij PTT Post, maar de Raad oordeelde dat de uitzondering van artikel 19, vierde lid, van de WW niet van toepassing was, omdat appellant zijn Wajong-uitkering niet ontleent aan een dienstbetrekking. De Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank dat de Wajong-uitkering in dit geval prevaleert boven de WW-uitkering. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen termen aanwezig waren om gedaagde te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 14 december 2005.