ECLI:NL:CRVB:2005:AU8235
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet tijdig voldoen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 december 2005 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposante had eerder, op 10 mei 2005, een niet-ontvankelijk verklaring ontvangen omdat zij het griffierecht niet tijdig had voldaan. De Raad had vastgesteld dat de gemachtigde van de opposante op de verschuldigdheid van het griffierecht was gewezen en dat dit griffierecht op 29 maart 2005, na de gestelde termijn, was bijgeschreven. De opposante heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, maar tijdens de zitting op 2 november 2005 zijn partijen niet verschenen. De Raad heeft in zijn motivering aangegeven dat, volgens artikel 22 van de Beroepswet, het griffierecht tijdig moest worden voldaan en dat het niet tijdig voldoen leidt tot niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep, tenzij er omstandigheden zijn die aantonen dat de indiener niet in verzuim is geweest. De gemachtigde van de opposante heeft in het verzet geen nieuwe argumenten aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat de opposante niet in verzuim was. De Raad heeft geen omstandigheden kunnen vaststellen die erop wijzen dat de opposante niet in staat was om het griffierecht tijdig te voldoen. Daarom heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard en de eerdere uitspraak in stand gelaten.