ECLI:NL:CRVB:2005:AU5648
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- A.B.J. van der Ham
- S.W. van Osch-Leysma
- Rechtspraak.nl
Herziening van bijstandsuitkering en schending van inlichtingenverplichting met betrekking tot inkomsten uit arbeid
In deze zaak gaat het om de herziening van de bijstandsuitkering van appellante, die in hoger beroep is gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. De Centrale Raad van Beroep heeft op 1 november 2005 uitspraak gedaan in het hoger beroep dat was ingesteld door appellante tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente 's-Gravenhage. Appellante had recht op bijstand ingevolge de Algemene Bijstandswet (Abw), maar er was een melding gedaan dat zij naast haar bijstandsuitkering ook inkomsten uit arbeid als chauffeur had ontvangen, welke zij niet had opgegeven. Dit leidde tot een herziening van haar bijstandsuitkering over de periode van 4 januari 1999 tot en met 31 januari 2002.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellante in de betreffende periode niet voldeed aan de voorwaarden voor het recht op bijstand, omdat haar totale inkomen uit arbeid en een WAO-uitkering hoger was dan de voor haar geldende bijstandsnorm. De Raad wees erop dat de omstandigheid dat haar WAO-uitkering later met terugwerkende kracht werd verlaagd, geen invloed had op de eerdere besluitvorming van gedaagde. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarin het beroep tegen het besluit van 17 januari 2003 ongegrond was verklaard. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van de inlichtingenverplichting door bijstandsontvangers en de gevolgen van het niet opgeven van relevante inkomsten. De Centrale Raad van Beroep bevestigde dat de gedaagde niet verplicht was om de besluitvorming van Uwv Cadans af te wachten voordat zij op het bezwaar van appellante besliste. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk met betrekking tot bijstandsverlening en de controle op de juistheid van opgegeven informatie door aanvragers van bijstand.