ECLI:NL:CRVB:2005:AU1570
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- H.J. de Mooij
- J.J.A. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsuitkering wegens onvoldoende duidelijkheid over verblijfplaats
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. R. van Asperen, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Groningen, die op 23 februari 2004 het beroep tegen de afwijzing van zijn aanvraag om bijstandsuitkering ongegrond verklaarde. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 28 juni 2005, waarbij appellant niet aanwezig was, maar gedaagde, het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogezand-Sappemeer, vertegenwoordigd was door T. Veltman.
De appellant had op 2 januari 2002 een aanvraag ingediend voor een uitkering op basis van de Algemene bijstandswet (Abw) en gaf aan bij een broer en schoonzus te wonen. Echter, tijdens een gesprek met medewerkers van Sociale Zaken op 17 januari 2002, bleek dat hij niet op het opgegeven adres verbleef. De appellant kon geen duidelijke informatie geven over zijn verblijfplaats en had geen sleutel van de woning bij zich tijdens een huisbezoek. Dit leidde tot twijfels over zijn feitelijke woonadres.
De Raad oordeelde dat de appellant niet voldoende duidelijkheid had verschaft over zijn verblijfplaats, wat essentieel is voor de verlening van bijstand. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de gedaagde op goede gronden de aanvraag had afgewezen, omdat de appellant niet voldeed aan zijn inlichtingenverplichting. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten en bevestigde de aangevallen uitspraak.