ECLI:NL:CRVB:2005:AU1040
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- H.J. de Mooij
- J.J.A. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Toekenning IOAW-uitkering met terugwerkende kracht en wettelijke rente
In deze zaak gaat het om de toekenning van een IOAW-uitkering aan appellant, die een aanvraag had ingediend bij het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaltbommel. Appellant had verzocht om een uitkering met terugwerkende kracht vanaf 5 september 1995, maar gedaagde had de ingangsdatum vastgesteld op 11 december 1998. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld na hoger beroep van appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Arnhem. Tijdens de zitting op 28 juni 2005 was appellant aanwezig, bijgestaan door een gemachtigde, terwijl gedaagde werd vertegenwoordigd door een ambtenaar van de gemeente.
De Raad heeft vastgesteld dat de aanvraag van appellant niet tijdig was ingediend en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigden. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, die had geoordeeld dat de ingangsdatum van de IOAW-uitkering niet eerder kon zijn dan 11 december 1998. Tevens is er een schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente toegekend, omdat gedaagde te laat had beslist op de aanvraag van appellant. De Raad heeft geconcludeerd dat de wettelijke rente verschuldigd is vanaf 1 februari 2002, de eerste dag na de maand waarin op de aanvraag had moeten worden beslist.
De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling in hoger beroep, aangezien de aangevallen uitspraak werd bevestigd en appellant pas in hoger beroep schadevergoeding had gevorderd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee leden aanwezig waren, en is openbaar uitgesproken op 9 augustus 2005.