ECLI:NL:CRVB:2005:AT8460
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- A.B.J. van der Ham
- S.W. van Osch-Leysma
- Rechtspraak.nl
Weigering van bijzondere bijstand voor alternatieve geneeskunde bij longemfyseem en gerelateerde klachten
In deze zaak heeft appellante, die lijdt aan longemfyseem en bijkomende klachten zoals vermoeidheid en geheugen- en concentratiestoornissen, hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de gemeente Breda om haar aanvraag voor bijzondere bijstand voor alternatieve geneeskunde, namelijk homeopathie en acupunctuur, af te wijzen. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder het besluit van de gemeente om de aanvraag af te wijzen op basis van een gebrek aan medische noodzaak voor de gekozen behandelingen. De Raad heeft vastgesteld dat de gemeente zich heeft gebaseerd op een advies van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) West-Brabant, waarin werd gesteld dat er geen medische indicatie was voor de alternatieve behandelingen die appellante had gekozen.
De Raad heeft in zijn beoordeling benadrukt dat volgens artikel 39 van de Algemene bijstandswet (Abw) alleen recht op bijzondere bijstand bestaat als er sprake is van noodzakelijke kosten die niet kunnen worden gedekt door de bijstandsnorm. De Raad concludeert dat de kosten voor de alternatieve behandelingen niet als noodzakelijke kosten kunnen worden aangemerkt, omdat er geen medische noodzaak is aangetoond.
Uiteindelijk heeft de Raad de uitspraak van de rechtbank Breda bevestigd, die eerder het beroep van appellante tegen de afwijzing van haar aanvraag ongegrond had verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien om gedaagde te veroordelen in de proceskosten, en heeft de zaak afgesloten met de bevestiging van de eerdere uitspraak.