ECLI:NL:CRVB:2005:AT6676
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- A.B.J. van der Ham
- S.W. van Osch-Leysma
- Rechtspraak.nl
Herziening van bijstandsuitkering en inlichtingenverplichting met betrekking tot vermogen uit aandelenpakket
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 mei 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herziening van de bijstandsuitkering van appellant, die in beroep was gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. Appellant had een spaarlease-overeenkomst voor een aandelenpakket afgesloten met Legio-Lease BV, maar had dit niet gemeld aan het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen, wat leidde tot een schending van de inlichtingenverplichting. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en in hoger beroep heeft de Raad de zaak opnieuw beoordeeld.
De Raad concludeerde dat appellant op 3 maart 1999 een aandelenpakket had dat de vrij te laten vermogensgrens overschreed, en dat hij dit had verzwegen. De Raad oordeelde dat de waarde van het aandelenpakket op dat moment aanzienlijk was, en dat appellant hierdoor ten onrechte bijstand had ontvangen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen dringende redenen waren om af te zien van de intrekking van de bijstandsverlening of de terugvordering van de gemaakte kosten. De Raad benadrukte dat de schending van de inlichtingenverplichting door appellant leidde tot de verplichting van gedaagde om de bijstandsverlening te herzien en de kosten terug te vorderen.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de beoordeling van vermogen in het kader van de Algemene bijstandswet (Abw) en de verplichtingen van bijstandsontvangers om relevante informatie te verstrekken. De Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen, en bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank.