ECLI:NL:CRVB:2005:AT5811
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Th.G.M. Simons
- C. van Viegen
- J.J.A. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring wegens niet tijdig indienen beroepschrift in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 mei 2005 uitspraak gedaan in het verzet van de opposant tegen een eerdere uitspraak van 14 december 2004. De opposant had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, maar dit beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift niet binnen de wettelijke termijn van zes weken was ingediend. De termijn eindigde op 1 oktober 2004, maar het beroepschrift werd pas op 5 oktober 2004 ontvangen door de Raad, met een poststempel van 4 oktober 2004. De opposant verklaarde dat hij het beroepschrift op 30 september 2004 had geschreven en geprobeerd had het diezelfde dag nog te posten, maar dat hij dit niet kon doen omdat twee brievenbussen in de buurt tijdelijk gesloten waren. De Raad oordeelde dat deze verklaring niet voldoende was om aan te nemen dat het beroepschrift tijdig ter post was bezorgd. Er waren geen gronden om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten, waardoor het verzet ongegrond werd verklaard. De Raad besloot geen proceskosten te veroordelen.