ECLI:NL:CRVB:2005:AT3484
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- H.G. Rottier
- B.M. van Dun
- Rechtspraak.nl
Terugvordering teveel betaalde WW-uitkering en herziening dagloon met terugwerkende kracht
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zwolle, waarin de terugvordering van teveel betaalde WW-uitkering aan de orde was. De rechtbank had op 12 december 2003 geoordeeld over de herziening van de WW-uitkering van appellante, die met terugwerkende kracht was herzien. Appellante betwistte dat er een titel voor de terugvordering aanwezig was en voerde aan dat zij redelijkerwijs niet had kunnen weten dat zij teveel uitkering ontving. Tijdens de zitting op 9 februari 2005 heeft appellante ook aangevoerd dat het teruggevorderde bedrag te hoog was, omdat bij de berekening van haar dagloon ten onrechte tweemaal het spaarloon in mindering was gebracht.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de Werkloosheidswet (WW) en de relevante bepalingen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, voor zover deze was aangevochten. De Raad oordeelde dat appellante het herzieningsbesluit van gedaagde niet tijdig had aangevochten, waardoor dit besluit in rechte onaantastbaar was geworden. Dit betekende dat het nieuw vastgestelde dagloon als rechtmatig moest worden beschouwd.
De Raad concludeerde dat gedaagde appellante onverschuldigd uitkering had betaald en dat de hoogte van het teruggevorderde bedrag correct was vastgesteld op basis van het herberekende dagloon. De Raad wees de verzoeken van appellante af en bevestigde de eerdere uitspraak zonder proceskostenveroordeling.