ECLI:NL:CRVB:2005:AT3107
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- H.G. Rottier
- B.M. van Dun
- Rechtspraak.nl
Weigering van WW-uitkering na overname van bedrijfsonderdeel
In deze zaak gaat het om de weigering van een WW-uitkering aan een groep appellanten die eerder in dienst waren bij [werkgever 1] en na een schuldsanering zijn overgenomen door [werkgever 2]. De Centrale Raad van Beroep heeft op 23 maart 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de eerdere beslissingen van de rechtbank Zwolle. De Raad oordeelt dat de rechtbank en gedaagde, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), terecht hebben vastgesteld dat er sprake was van een overgang van een afzonderlijk bedrijfsonderdeel van [werkgever 1] naar [werkgever 2]. De Raad concludeert dat de identiteit van het overgenomen deel, dat zich bezighield met koeltransport, behouden is gebleven. Dit blijkt uit de omstandigheden dat de werkzaamheden vanuit hetzelfde pand werden verricht, dezelfde lease-auto's werden gebruikt en de klantenkring gelijk bleef. Tevens was er een overdracht van bedrijfsmiddelen, waaronder de inventaris van het kantoor, aan [werkgever 2].
De Raad stelt vast dat [werkgever 2] bereid is om de betalingsverplichtingen van [werkgever 1] over te nemen, mits dit in rechte wordt vastgesteld dat er sprake is van een overgang van onderneming. Dit betekent dat de betaling van de verschuldigde bedragen op een relatief eenvoudige manier van de nieuwe werkgever kan worden verkregen. De Raad bevestigt daarmee het oordeel van de rechtbank dat de aanvragen tot overname van de loonbetalingsverplichtingen door gedaagde op goede gronden zijn afgewezen. De Raad wijst erop dat de geschillen in deze zaak zijn beoordeeld aan de hand van de Werkloosheidswet (WW) en de relevante bepalingen die golden ten tijde van de zaak. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraken van de rechtbank en de besluiten van gedaagde.