ECLI:NL:CRVB:2004:AS2499
Centrale Raad van Beroep
Hoger beroep inzake vaststelling gedifferentieerde premie op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door R.L.W. Kriesels, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 17 januari 2003. De zaak betreft de vaststelling van de gedifferentieerde premie die appellante verschuldigd is op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De Centrale Raad van Beroep heeft op 16 december 2004 uitspraak gedaan. De Raad oordeelt dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid van de werknemer niet relevant is voor de premie vaststelling. Appellante heeft geen bewijs geleverd dat de toepassing van de wettelijke bepalingen door gedaagde onjuist was. Het beroep op het evenredigheidsbeginsel werd door de Raad afgewezen, omdat de situatie van appellante niet uitzonderlijk genoeg was om af te wijken van de strikte toepassing van de wet. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en concludeert dat het hoger beroep faalt. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.