ECLI:NL:CRVB:2004:AR8720
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. Bolt
- H.G. Rottier
- M. Greebe
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de sollicitatieplicht en korting op WW-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen een uitspraak van de rechtbank Assen. De rechtbank had geoordeeld dat de maatregel van een korting van 20 procent op de WW-uitkering van gedaagde, die niet had voldaan aan zijn sollicitatieplicht, onterecht was. Gedaagde had slechts twee sollicitaties verricht en de rechtbank oordeelde dat het besluit van het Uwv op een onjuiste feitelijke grondslag berustte. De rechtbank vond dat het Uwv onvoldoende rekening had gehouden met de individuele omstandigheden van gedaagde, zoals zijn hoge dagloon en het feit dat hij alleen solliciteerde naar functies in de voetbalwereld.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 15 december 2004 behandeld. De Raad oordeelde dat van een werkloze in het algemeen verwacht mag worden dat hij minimaal vier aantoonbare en concrete sollicitaties per vier weken verricht. In dit geval stelde de Raad vast dat gedaagde in de relevante periode slechts twee sollicitaties had gedaan, wat niet voldeed aan de sollicitatieplicht. De Raad vond dat gedaagde, gezien de duur van zijn werkloosheid, zich ruimer had moeten opstellen en ook op vacatures buiten de voetbalwereld had moeten reageren. De Raad oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die rechtvaardigden dat gedaagde aan zijn sollicitatieplicht had voldaan.
De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep van gedaagde werd ongegrond verklaard. De Raad concludeerde dat de maatregel van het Uwv terecht was opgelegd, omdat gedaagde niet had voldaan aan de sollicitatieplicht. De Raad achtte geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.