ECLI:NL:CRVB:2004:AR8717
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- R.M. van Male
- H.J. de Mooij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing bijstandsaanvraag op basis van bedrijfskapitaal
In deze zaak gaat het om een hoger beroep ingesteld door appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem, die op 2 juli 2002 het beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad ongegrond verklaarde. Appellant, die sinds maart 1997 als zelfstandige stands en decors bouwt, had in augustus 1999 bijstand aangevraagd ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal op grond van de Algemene bijstandswet (Abw). Deze aanvraag werd afgewezen op basis van een negatief advies van IMK Intermediair. Appellant diende op 8 augustus 2000 een nieuwe aanvraag in, die opnieuw negatief werd beoordeeld door IMK. Gedaagde verklaarde het bezwaar tegen de afwijzing van deze aanvraag ongegrond, wat leidde tot de rechtszaak.
De Centrale Raad van Beroep overweegt dat het primaire besluit van gedaagde slechts betrekking heeft op de periode tussen de aanvraag en de beslissing daarop. Feiten en omstandigheden die na deze periode naar voren komen, moeten bij de heroverweging in aanmerking worden genomen. De Raad oordeelt dat het IMK terecht rekening heeft gehouden met de jaarrekening over 2000, die door appellant zelf was aangeleverd. De Raad vindt geen bewijs voor vooringenomenheid van de adviseur en concludeert dat het advies van 7 februari 2002 zorgvuldig is voorbereid en gemotiveerd. Appellant heeft geen concrete feiten aangedragen die de gegevens in het advies zouden tegenspreken.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan, waarbij de voorzitter en de leden gezamenlijk tot deze beslissing zijn gekomen.