ECLI:NL:CRVB:2004:AR5553
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- C.P.J. Goorden
- B.M. van Dun
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uitkering en sollicitatieplicht onder de Werkloosheidswet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem, waarin haar beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Appellante ontving een uitkering op basis van de Werkloosheidswet (WW) en kreeg te maken met een korting op haar uitkering vanwege onvoldoende sollicitatieactiviteiten. Het Uwv had vastgesteld dat appellante in de periode van 11 juni 2001 tot en met 8 juli 2001 niet voldoende had gesolliciteerd, wat leidde tot een korting van 20% op haar uitkering, die later werd gematigd tot 10%. Omdat appellante binnen twee jaar opnieuw dezelfde regel had overtreden, werd haar uitkeringspercentage verder verlaagd tot 55%.
Tijdens de zitting op 29 september 2004 heeft appellante, bijgestaan door haar advocaat, betoogd dat zij om medische redenen niet in staat was om te solliciteren en dat haar door de verzekeringsarts van het Uwv was meegedeeld dat zij niet hoefde te solliciteren. De Raad voor de Rechtspraak heeft echter geoordeeld dat deze stelling niet wordt ondersteund door bewijs. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er zijn geen termen aanwezig voor een vergoeding van proceskosten.
De uitspraak is gedaan door de Centrale Raad van Beroep, met T. Hoogenboom als voorzitter en C.P.J. Goorden en B.M. van Dun als leden, en is openbaar uitgesproken op 10 november 2004.