ECLI:NL:CRVB:2004:AR2853
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- S.W.H. Peeters
- A.B.J. van der Ham
- J.J.A. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van het bestuursorgaan bij niet afwachten van hersteltermijn in aanvraagprocedure
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zutphen. Appellant had op 7 maart 2001 een aanvraag ingediend voor een uitkering op basis van de Algemene bijstandswet (Abw). Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Eibergen, gedaagde, had geconstateerd dat appellant niet voldoende gegevens had overgelegd om de aanvraag te kunnen behandelen. Gedaagde verzocht appellant om aanvullende gegevens te verstrekken, met de mededeling dat indien deze gegevens niet tijdig zouden worden aangeleverd, de aanvraag niet verder in behandeling zou worden genomen. Appellant heeft de gevraagde gegevens echter niet tijdig ingediend, wat leidde tot een besluit van gedaagde op 4 mei 2001 om de aanvraag niet verder te behandelen.
Appellant maakte bezwaar tegen dit besluit, maar gedaagde verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank oordeelde in een eerdere uitspraak dat gedaagde een nieuwe beslissing op het bezwaar moest nemen. Gedaagde handhaafde echter zijn eerdere besluit, wat leidde tot de huidige procedure. De voorzieningenrechter van de rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond, maar appellant ging in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat gedaagde niet bevoegd was om de aanvraag van appellant niet te behandelen, omdat de hersteltermijn niet was afgewacht. De Raad benadrukte dat het bestuursorgaan de aanvrager de gelegenheid moet geven om de aanvraag aan te vullen binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn. Aangezien gedaagde de hersteltermijn niet had afgewacht, was het besluit om de aanvraag niet te behandelen onterecht. De Raad vernietigde het besluit van gedaagde en veroordeelde gedaagde in de proceskosten van appellant.