ECLI:NL:CRVB:2004:AQ6901
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- J.C.F. Talman
- K. Zeilemaker
- R. Kooper
- L.N. Nijhuis
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake transportkosten en inboedelomvang
In deze zaak heeft verzoeker op 18 december 2002 verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 26 september 2002, waarin zijn beroep tegen het besluit van de Staatssecretaris van Defensie ongegrond was verklaard. De Raad heeft het verzoek om herziening behandeld op 18 juni 2004, waarbij verzoeker in persoon aanwezig was, bijgestaan door zijn echtgenote, en de gedaagde vertegenwoordigd werd door mr. M. van Reigersberg Versluys van het Ministerie van Defensie. Verzoeker stelde dat hij nieuwe feiten had, waaronder een brief van de (voormalig) directeur van Damco Verhuizingen B.V., die niet eerder in de gedingstukken was opgenomen. Deze brief zou volgens verzoeker aantonen dat de taxatie van de inboedel niet correct was en dat de omvang van de uitgaande boedel 37,4 m3 bedroeg.
De Raad overwoog echter dat verzoeker deze informatie eerder had kunnen achterhalen en dat de nieuwe berekening van de inboedelomvang niet nieuw was. De Raad concludeerde dat verzoeker geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die niet eerder bekend waren en die tot een andere uitspraak hadden kunnen leiden. De Raad merkte op dat de door verzoeker ingebrachte brief niet zou hebben geleid tot een ander oordeel dan in de eerdere uitspraak was gegeven. De Raad wees het verzoek om herziening af, omdat niet voldaan was aan de voorwaarden van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De beslissing werd genomen door de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de afwijzing van het verzoek om herziening bevestigden. De Raad achtte geen termen aanwezig voor proceskostenvergoeding.