ECLI:NL:CRVB:2004:AO7746
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- Th.C. van Sloten
- R.M. van Male
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering op basis van inkomen boven bijstandsnorm voor gehuwden
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstandsuitkering van appellanten, die sinds 4 september 1997 een uitkering ontvingen op basis van de Algemene bijstandswet (Abw). De gemeente Dordrecht had op 30 juli 1999 besloten om de bijstandsuitkering per 1 mei 1999 in te trekken, omdat appellanten volgens de gemeente beschikten over een inkomen dat de geldende bijstandsnorm voor gehuwden overschreed. Dit besluit werd door de rechtbank Dordrecht in een eerdere uitspraak op 1 juni 2001 bekrachtigd, maar appellanten gingen in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 2 maart 2004 behandeld. Tijdens deze zitting was de gemeente Dordrecht niet vertegenwoordigd, maar de appellanten werden bijgestaan door hun advocaat. De Raad heeft vastgesteld dat appellanten in mei 1999 een WW-uitkering van f 340,50 en een WAO-uitkering van f 194,60 ontvingen, wat samen minder was dan de bijstandsnorm van f 1.808,23 per maand. Dit leidde de Raad tot de conclusie dat het besluit van de gemeente om de bijstandsuitkering in te trekken, onterecht was.
De Raad heeft het eerdere oordeel van de rechtbank vernietigd en geoordeeld dat de gemeente Dordrecht een nieuw besluit op bezwaar moet nemen, rekening houdend met de bevindingen in deze uitspraak. Tevens is de gemeente veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van appellanten, die zijn begroot op € 1.127,--, en het vergoeden van het griffierecht van € 104,37. De uitspraak is openbaar gedaan op 13 april 2004.