ECLI:NL:CRVB:2004:AO6385
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- Th.C. van Sloten
- R.M. van Male
- Rechtspraak.nl
Herziening van bijstandsuitkering en terugvordering kosten van bijstand
In deze zaak gaat het om de herziening van een bijstandsuitkering en de terugvordering van kosten van bijstand door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Appellante, vertegenwoordigd door mr. H. Stoppelenburg, heeft hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin werd geoordeeld dat zij haar inlichtingenplicht heeft geschonden. De rechtbank had eerder vastgesteld dat appellante hoofdelijk aansprakelijk was voor de terugbetaling van de ten onrechte ontvangen bijstandsuitkering. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 2 maart 2004, waarbij appellante niet aanwezig was, maar gedaagde zich liet vertegenwoordigen door mr. drs. J.M. Boegborn.
De Raad oordeelt dat gedaagde niet correct heeft gehandeld door de herziening van de uitkering te baseren op artikel 69, derde lid, van de Algemene bijstandswet (Abw), aangezien deze bepaling niet van toepassing was op de periode waarover de herziening betrekking had. De Raad vernietigt het besluit van 9 juni 2000, maar laat de rechtsgevolgen van het vernietigde gedeelte in stand. De Raad concludeert dat er geen dringende redenen zijn die gedaagde zouden verplichten om van terugvordering af te zien. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat de zesmaanden-jurisprudentie niet van toepassing was, en de Raad bevestigt dit oordeel.
De Centrale Raad van Beroep heeft gedaagde veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn vastgesteld op € 644,--, en heeft bepaald dat de gemeente Amsterdam het betaalde griffierecht van € 104,37 aan appellante vergoedt. De uitspraak van de Raad is gedaan op 23 maart 2004.