ECLI:NL:CRVB:2004:AO3719
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- R.M. van Male
- C. van Viegen
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van bijstandsuitkering wegens niet opgegeven inkomsten uit arbeid en ziekengeld
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 januari 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep over de terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellante, die haar inkomsten uit arbeid en ziekengeld niet had opgegeven aan het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven. De appellante ontving van 5 december 1994 tot en met 30 april 1996 een uitkering op basis van de Algemene Bijstandswet (ABW) en de Rijksgroepsregeling werkloze werknemers (RWW). De gedaagde heeft vastgesteld dat appellante in de periode van 21 december 1994 tot 27 januari 1995 inkomsten uit arbeid had ontvangen van Asito en in de periode van 27 januari 1995 tot en met 31 maart 1995 ziekengeld van Detam, welke inkomsten zij niet had opgegeven. Dit leidde tot een terugvordering van een bedrag van f 4.616,13 bruto, wat door de gedaagde bij besluit van 4 november 1999 werd vastgesteld.
Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit werd ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante diverse argumenten naar voren gebracht, waaronder de betwisting van de bevoegdheid van de bestuursrechter en de stelling dat de terugvordering in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante de inlichtingenplicht niet is nagekomen en dat er geen dringende redenen zijn die aan de terugvordering in de weg staan. De Raad heeft de grieven van appellante verworpen en bevestigd dat de bestreden besluiten in rechte standhouden.
De Raad heeft ook het bezwaar van appellante tegen de terugvordering van een ander bedrag van f 1.366,49 herzien, maar vastgesteld dat het netto bedrag van f 1.337,90 correct was. De uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.