ECLI:NL:CRVB:2004:AO2789
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- R.E. Lysen
- R.C. Stam
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Indelingsbesluit en loonsomverhouding in de metaalsector
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een indelingsbesluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), waarbij eiseres is ingedeeld bij sector 12, de metaalsector. De zaak is ontstaan na de inwerkingtreding van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen op 1 januari 2002, waarbij het Uwv de plaats innam van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv). Eiseres, vertegenwoordigd door haar directeur G.J. Muller, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 28 mei 2001, waarin werd bepaald dat zij per 1 juli 2002 bij sector 12 zou worden ingedeeld. Eiseres betwistte deze indeling en voerde aan dat haar activiteiten meer gericht zijn op de handel dan op shredder-activiteiten, die volgens verweerder de basis vormden voor de indeling.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 11 december 2003. In de motivering van de uitspraak wordt ingegaan op de relevante wetgeving, waaronder de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (OSV 1997), en de criteria voor indeling in sectoren. De Raad concludeert dat de loonsomverhouding van eiseres, hoewel marginaal, voornamelijk aan de shredder-activiteiten is besteed. Eiseres heeft ook een beroep gedaan op het gelijkheidsbeginsel, maar de Raad oordeelt dat dit beroep niet kan slagen, aangezien de vergelijkbare bedrijven correct zijn ingedeeld.
De Raad heeft uiteindelijk geoordeeld dat het beroep van eiseres ongegrond is en dat de indeling in sector 12 per 1 juli 2002 terecht is. De uitspraak is gedaan door de voorzitter G. van der Wiel en de leden R.C. Stam en F.J.L. Pennings, met R.E. Lysen als griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 22 januari 2004.