ECLI:NL:CRVB:2003:AM3290
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- H.G. Rottier
- A.B.J. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van bestuurder op grond van de Coördinatiewet Sociale Verzekering voor onbetaald gelaten premies en boeten
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van een bestuurder op basis van artikel 16d van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (CSV) voor onbetaald gelaten premies ingevolge de socialezekerheidswetten. De appellant, in zijn hoedanigheid als bestuurder, werd aansprakelijk gesteld voor een bedrag van f 42.092,71 aan onbetaald gelaten premies over de jaren 1992 tot en met 1995. De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had eerder de bezwaren van de appellant ongegrond verklaard. De rechtbank Arnhem had het beroep van de appellant tegen dit besluit eveneens ongegrond verklaard.
De appellant stelde in hoger beroep dat de gedaagde, de Raad van bestuur van het Uwv, op de hoogte was van zijn betalingsonmacht, omdat hij in december 1994 door de belastingdienst schriftelijk was geïnformeerd. Hij betoogde dat de gedaagde niet de nodige maatregelen had getroffen en dat de correspondentie van gedaagde in de loop van 1995 niet relevant was. De Raad oordeelde echter dat de stellingen van de appellant niet konden worden onderschreven. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de aansprakelijkstelling van de appellant op goede gronden was gebeurd.
De Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat de kosten van het geding niet voor vergoeding in aanmerking kwamen. De uitspraak werd gedaan door de Centrale Raad van Beroep op 2 oktober 2003, waarbij de Raad de eerdere uitspraak bevestigde en de aansprakelijkheid van de appellant handhaafde.