ECLI:NL:CRVB:2002:AE9104
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- R.M. van Male
- G.M.T. Berkel-Kikkert
- H.G. Rottier
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van eerdere uitspraken van de Raad voor de Rechtspraak
In deze zaak heeft verzoeker, A te B, een verzoek om herziening ingediend van eerdere uitspraken van de Raad voor de Rechtspraak. Het verzoek betreft de uitspraken van 30 december 1998 en 3 juli 2001, waarbij verzoeker betoogt dat de Raad niet over de juiste gegevens beschikte om tot zijn conclusies te komen. Verzoeker stelt dat hij niet in staat is om gebruik te maken van het openbaar vervoer en dat de medische onderbouwing van de eerdere uitspraken onvoldoende is. De Raad heeft echter geoordeeld dat een verzoek om herziening alleen kan worden ingediend op basis van feiten en omstandigheden die betrekking hebben op de oorspronkelijke uitspraak, zoals vastgelegd in artikel 21 van de Beroepswet en artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft geconcludeerd dat het verzoek om herziening van de uitspraak van 3 juli 2001 niet-ontvankelijk is, omdat het verzoek niet voldoet aan de wettelijke vereisten. Tevens heeft de Raad het verzoek om herziening van de uitspraak van 30 december 1998 afgewezen. De Raad benadrukt dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, maar enkel voor het aanvoeren van nieuwe feiten die niet eerder bekend waren.